- 2Betydelse: beëindigenafbouwen afbreken afkappen afronden afsluiten afzoenen besluiten bijleggenopheffen ophouden stopzetten uitmaken volbrengen voltooien afzien van
- 3Betydelse: afbrekenafbreken afknappen
- 4Betydelse: afkrakenafkraken afbreken
- 5Betydelse: ontledenontleden afbreken
- 6Betydelse: in puin slaankapotslaan slechten slopen afbreken
- 7Betydelse: brekenopsplitsen afbreken
- 8Betydelse: afknappenbegeven afbreken
- 9Betydelse: afkeurenafbreken afkammen afkraken afmaken geselen hekelenkritiseren laken misprijzen neersabelen veroordelen gispen
- 10Betydelse: opbrekenafbreken losbreken openbreken