- 2Betydelse: rondhangenzijn zitten uithangen
- 3Betydelse: uitmakenzijn vormen
- 4Betydelse: zijnzijn vertegenwoordigen
- 5Betydelse: uithangenzich bevinden zijn zitten
- 6Betydelse: vertegenwoordigenvertegenwoordigen zijn
- 7Betydelse: bedragenkosten zijn
- 8Betydelse: levenleven zijn
- 9Betydelse: behoren aantoebehoren zijn
- 10Betydelse: gebeurenvoorvallen zijn
- 11Betydelse: aanwezig zijnstaan zich bevinden zijn
- 12Betydelse: bestaanexisteren zijn
- 13Betydelse: aardnatuur persoonlijkheid wezen zijn
- 14Betydelse: zittenuithangen zijn zich bevinden
- 15Betydelse: existerenzijn leven
- 16Betydelse: functie vervullenrol vervullen zijn optreden